
Hoe gentherapie voor hemofilie B een actiever leven kan geven!
25 maart 2025Hemofilie B is een erfelijke bloedingsstoornis waarbij het bloed niet goed stolt door een tekort aan factor IX. Factor IX is een eiwit dat belangrijk is voor de bloedstolling. Een tekort kan leiden tot spontane bloedingen en bloedingen na verwondingen of operaties. Traditionele behandelingen bestaan uit regelmatige injecties met factor IX-concentraat om bloedingen te voorkomen. Sinds 2023 is gentherapie beschikbaar gekomen in de EU. Een recente studie heeft onderzocht hoe gentherapie het leven van mensen met hemofilie B kan beïnvloeden.
Wat is gentherapie?
Gentherapie is een medische behandeling die gericht is op het corrigeren van defecte genen die ziekten veroorzaken. Bij hemofilie B, waar een defect in het gen voor Factor IX leidt tot een gebrek aan dit eiwit dat noodzakelijk is voor de bloedstolling, kan gentherapie een werkend gen introduceren om het tekort aan functionerend Factor IX aan te vullen. De afhankelijkheid van factor IX-injecties vermindert of kan zelfs geheel verdwijnen.
Wilt u meer weten over gentherapie en de methoden die gebruikt worden, lees dan ook zeker de blog Wat is gentherapie?
De AMT-060 studie: opzet en doelstellingen
De AMT-060 studie is een klinische studie die fase 1 en 2 doorlopen heeft. De studie werd uitgevoerd in Nederland, Denemarken en Duitsland. Het doel van de studie was om de veiligheid en effectiviteit van gentherapie bij volwassenen met ernstige of matig-ernstige hemofilie B te evalueren. Deelnemers ontvingen een eenmalige infusie met AMT-060, dat is de naam van een adeno-geassocieerd virus type 5 (AAV5) vector die het factor IX-gen bevatte. De studie volgde de deelnemers gedurende 3,5 jaar om de langetermijneffecten van de behandeling te beoordelen.
Deze gentherapie met AMT-060 is overigens nooit beschikbaar gekomen, omdat inmiddels een verbeterde variant was ontwikkeld: de AMT-061. Deze variant leverde hogere FIX spiegels, omdat het onderliggende gen het zogenaamde Padua variant Factor IX gen is. Dit gen staat bekend om de productie van een actiever factor IX.
Bekijk de video Gentherapie voor de behandeling van patiënten met hemofilie A of B voor uitleg over wat een vector is en de werking ervan.
Resultaten AMT-060 studie: stabiele factor IX-niveaus en vermindering van bloedingen
Na 3,5 jaar follow-up lieten de resultaten zien dat de deelnemers stabiele factor IX-niveaus hadden met een gemiddelde activiteit tussen 5,1% en 7,5%. Dit ging gepaard met een bijna afwezigheid van het aantal jaarlijkse bloedingen bij de hogere dosis en een afname van 78-96% in het gebruik van externe factor IX. Deze bevindingen suggereren dat gentherapie een duurzame en effectieve behandelingsoptie kan zijn voor mensen met hemofilie B.
Patiëntervaringen: meer activiteit en sport
Naast de klinische resultaten werden ook de persoonlijke ervaringen van drie Duitse deelnemers (leeftijd 33-35 jaar) onderzocht. Na de gentherapie gaven alle drie aan dat ze actiever waren geworden en meer aan sport deden. Een deelnemer begon met skaten, een ander met karate, zonder dat dit leidde tot traumatische bloedingen.
De impact van gentherapie met AMT-060 op het dagelijks leven
Deelnemers merkten op dat de ziekte een grotere rol speelde in hun jeugd dan in hun volwassen leven. Beperkingen in sport en de bezorgdheid van ouders werden genoemd als belangrijke factoren tijdens hun jeugd. In hun volwassen leven speelde de ziekte een minder prominente rol binnen het gezin, maar er waren nog steeds beperkingen, vooral met betrekking tot het vermijden van activiteiten die bloedingen zouden kunnen veroorzaken.
Voor de gentherapie voerden de patiënten regelmatige (profylactische) factor IX vervangende therapie uit, met injectiefrequenties variërend van eenmaal per week tot om de dag. Hoewel deze routine als beheersbaar werd beschouwd, bracht de gentherapie een significante verandering teweeg. Het wegvallen van de noodzaak voor frequente injecties werd gezien als een verbetering van de levenskwaliteit, waardoor meer tijd en mentale ruimte vrijkwam voor andere activiteiten.
Emotionele reacties en toekomstperspectieven na behandeling met AMT-060
De emotionele reacties op de gentherapie verschilden tussen de deelnemers. Eén deelnemer voelde zich snel op zijn gemak met de nieuwe behandeling en merkte op dat het in het dagelijks leven leek alsof de ziekte niet meer bestond. Een andere deelnemer vond het moeilijker om de oude injectieroutine los te laten en vertrouwen te hebben in de effectiviteit van de gentherapie. Deze persoon beschreef het stoppen met de injecties als stressvol en had aanvankelijk moeite om volledig op de nieuwe therapie te vertrouwen. Het uitvoeren van aanvullende onderzoeken, zoals MRI-scans, hielp om deze zorgen weg te nemen.
Alle deelnemers gaven aan dat ze zich afvroegen hoe lang het effect van de gentherapie zou aanhouden. Ze benadrukten het belang van psychologische ondersteuning als de factor IX-niveaus zouden dalen. Een deelnemer vergeleek het gevoel met "Superman zijn en plotseling je superkrachten verliezen", wat moeilijk alleen te verwerken zou zijn.
Geen van de patiënten maakte zich echter zorgen over mogelijke lange termijn bijwerkingen van de gentherapie.
Gentherapie biedt nieuwe mogelijkheden met aandacht voor individuele ervaringen
De bevindingen van de AMT-060 studie tonen aan dat gentherapie een veelbelovende behandelingsoptie is voor mensen met hemofilie B. Het kan leiden tot stabiele factor IX-niveaus, een significante vermindering van bloedingen en een verbeterde levenskwaliteit door verhoogde fysieke activiteit. Het is echter essentieel om aandacht te blijven besteden aan de individuele ervaringen en zorgen van patiënten.
Geregistreerd en beschikbaar in Europa: de AMT-061
Voortbordurend op de ervaring van de AMT-060 is de AMT-061 ontwikkeld en bestudeerd in een fase 1-2 en een fase 3 studie, die internationaal bekend staat als de HOPE-B studie. De AMT-061 gentherapie geeft eveneens stabiele, maar tegelijk ook hogere factor IX spiegels van gemiddeld 40%. Deze factor IX spiegels behoren in het milde hemofilie en vaak zelfs normale spectrum. De EMA heeft de AMT-061 gentherapie goedgekeurd voor gebruik in de EU in 2023. In Nederland is het ministerie van VWS en het Zorginstituut bezig een prijsafspraak te maken met de fabrikant.
Referenties
- Miesbach W, Klamroth R. The patient experience of gene therapy for hemophilia: qualitative interviews with trial patients. Patient Preference and Adherence. 2020;14:767-770.
- Klamroth, R. et al. Four year results of Etranacogene Dezaparvovec in haemophilia B patients with pre-existing AAV-5 neutralizing antibodies: phase 3 Hope B trial. Haemophilia 2025, Vol 31 S1
- Rajeha, P. et al Four year results of Etranacogene Dezaparvovec in haemophilia B patients without pre-existing AAV-5 neutralizing antibodies: phase 3 Hope B trial. Haemophilia 2025, Vol 31 S1
- Pipe, S. et al. The Phase 3 Hope-B trial shows 4-year durability of sustained near-normal FIX activity, bleed protection and favourable safety in adults with severe or moderately sever haemophilia B. oral presentation at EAHAD congress, Feb 2025.
NLD-HGX-0081, maart 2025